Blog 1: Voor je uit'schrijven'
02 Jan 2020
Wit papier
Dat is de nachtmerrie van elke schrijver. Ik heb ook menige dagen, weken? who am I kidding? MAANDEN! mentaal gestaard naar dat afschuwelijke smetteloze, onbeschreven witte A4’tje. Ben jij ook een schrijver? Dan begrijp je precies dat misselijkmakende gevoel dat een ongevulde rechthoek kan teweegbrengen. Maar niet getreurd voor de niet-schrijvers onder ons, want ook jullie hebben je kryptoniet. Wat is jouw ‘witte papier’? Het studieboek dat je weken geleden al had moeten openslaan, maar dat momenteel nog steeds als laptophouder dient, want de hond moet nog uitgelaten worden? Die leuke collega die onuitgevraagd blijft, omdat je niet moet poepen waar je eet, het zo druk is op werk en de hond (nog steeds) uitgelaten moet worden. Het sollicitatiegesprek bij dat perfecte bedrijf dat onbesproken blijft, omdat het financieel niet uitkomt/ de kinderen nog te jong zijn/ die verrekte hond nog uitgelaten moet worden?
Uitstelgedrag
Ook omschreven door het prachtige woord procrastinatie, afgeleid van het Latijnse procrastinare, wat grof vertaalt naar ‘vooruit schuiven naar morgen’. We verzinnen de meest prachtige smoesjes om de handeling van procrastinatie te verantwoorden, maar diep van binnen weten we dat we gewoonweg geen zin hebben om te beginnen of bang zijn om de stap te zetten. No shit Sherlock. Oké, voor deze openbaring heb je waarschijnlijk geen coach/mindfulness trainer/ yogales nodig gehad. En misschien ben je ook al tot het inzicht gekomen dat deze tegenzin voortkomt uit je angst om afgewezen te worden. Zo meteen studeer je hard, maar haal je alsnog een onvoldoende voor dat tentamen. Stel, je vraagt die collega uit en het gevoel blijkt eenzijdig? Wat als je een sollicatiebrief stuurt en je haalt het nog niet eens tot een gesprek? Wat betekent dit dan?
Ik ben niet goed genoeg
Dat is het eigenlijk, hè? We stellen uit, verzinnen smoesjes, omdat we er niet achter willen komen dat het klopt wat we al dachten: dat we niet goed genoeg zijn. Oké, misschien was je ook al tot zover gekomen. Maar heb je ooit wel eens de mogelijkheid overwogen dat 1+1 niet 2 is? Dat een tentamen niet halen, niet betekent dat je een slechte student bent? Dat afgewezen worden voor een date niet betekent dat je onbegeerlijk bent? Dat een baan niet krijgen niet betekent dat je incapabel bent? Als je bereid bent om je hardnekkige overtuigingen in twijfel te trekken, dan ben je al heel ver. Maar mag ik je nog tot één stap verder verleiden? Heb je wel eens durven geloven dat je een slechte student mag zijn, onbegeerlijk bent volgens maatschappelijke standaarden, ondergemiddeld in de meeste vaardigheden ÉN je nog steeds waardig en goed genoeg bent? Kan je geloven dat 1+1 = volledige acceptatie en vertrouwen? Dat elk feit en elke waarheid bij elkaar opgeteld als onontkoombare uitkomst heeft:
Onvoorwaardelijke liefde
En als dat altijd de uitkomst is, dan hoeven we nooit meer bang te zijn. Kom maar op tentamen, welk cijfer je ook uitspuugt, het leidt toch tot acceptatie en vertrouwen. Hé mooie collega, ik heb niks te verliezen! Bring it on, sollicitatiegesprek! Ben ik niet genoeg voor die baan, dan ben ik genoeg voor mezelf. Wit papier, ik heb je besmeurd met woorden. En zelfs als niemand ze leest - of als iedereen ze leest als ‘slecht geschreven’ - dan ben ik oké.